Tuinarchitecten en hoveniers gruwen ervan. Ik vind ze best vermakelijk. Leuk ook om te zien.
Hoewel ik ze nooit in het echt zag, maar alleen in teken- en natuurfilms hebben ze een hoog knuffelgehalte.
Trouwens wat ik ook mooi vind om te zien is hun teken van aanwezigheid op het mooie gazon, of liever gezegd, daaronder. Op golfterreinen zie je ze niet, maar degene die daarvan het gazon moet onderhouden zal er ongetwijfeld van wakker liggen en de deugnietjes die de hoopjes veroorzaken naar het leven staan.
Omdat zij ondergronds werken en me helpen zonder dat te weten, zijn zij mijn beste maatjes.
In de vroege ochtend trek ik erop uit. Grote groene laarzen aan en gewapend met een emmer en schepje, loop ik van molshoop naar molshoop om de door hun losgewoelde klei in de emmer te scheppen. Vier molshopen zijn goed voor een emmer tuinaarde. De aldus gevulde emmer gooi ik leeg in een grote betonnen trog, waar straks de geraniums in moeten en al dat andere moois dat rond half mei naar buiten mag.
Vanmiddag was het warm. De kerria is moet worden teruggezet en mijn zelfgezaaide vlinderstruik maakt zich nu alweer op om volgend jaar zomer nog meer bloemen te produceren. De oktoberzon prikt in mijn rug, wanneer ik met mijn emmer voor de vijfde keer die middag het veld inloop om vier molshopen te “rapen”. Ik stoor de diertjes toch niet hoop ik. Neen, vast niet. Ze slapen al lang weer, na een lange nacht van graven. Ik ben ze er dankbaar voor. In deze zware klei werken valt niet altijd mee. Mijn laarzen hebben in no-time plateau zolen, wanneer de grond nat is. Met een schroevendraaier kan ik nog slechts met moeite de dikke kleilaag uit mijn profielzolen peuteren. Wanneer de grond te droog is, kom ik er met geen enkele mogelijkheid meer doorheen. Zij wel. Mijn molshoopgetrainde ogen zien iedere oneffenheid in het nog redelijk korte gras. Natuurlijk laat ik enkele molshopen ongemoeid.
Omdat ik toch steeds met een Frans-Nederlands woordenboek rondloop kijk ik even naar de vertaling. Dacht ik het niet? La Taupe. Een prachtig woord, dat ik echter in verband breng met een mooie kleur en niet met mijn behulpzame vriendje. De naam voor mijn stukje grond is nu snel gevonden. Een prachtig woord als benaming voor mijn tuin. Een mooie naam vanwege dat leuke diertje dat mij altijd weer komt helpen: “La Taupinière”.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten