Opnieuw beginnen aan de witte border die, overwoekerd door bramen, wordt geflankeerd door de dode buxus, die nu echt moet worden opgeruimd. Er staan één spirea en drie witte lavendel. Om de hoek staat een grote kluwen salvia. Wanneer ik de bramen verwijder, waar ik vier hele dagen mee bezig was, plant ik naast de volwassen spirea een nieuwe spirea erbij. Ook plant ik een jasmijn die dan net in bloei staat. Hierna laat ik de tuin een beetje tot rust komen. Overal om me heen zie ik witte bloemen die ik wel herken, maar waarvan ik de naam niet weet. Onder in de terrassen bloeit uitbundig het fluitekruid. Ik hoop dat die een stuk opschuiven en naar de nieuwe witte border zullen trekken. Opnieuw ga ik op zoek naar de alba van de phlomis. Ik zag en kocht die ooit, maar voordat ik hem kon planten vroor hij dood in de auto enkele winters geleden. Nu bind ik de strijd aan met de hitte en de droogte. Onder bij de nieuwe witte border staan, verscholen onder de vuurdoorn en de witbloeiende malus, twee grote tonnen die water krijgen toegevoerd van een overloopton op het bovenste terras die het water van alle dakgoten krijgt ingevoerd. Maar de tonnen zijn leeg. Op het bovenste terras is de ton meer dan vol, na een bui regen. Dus de buizen die het water naar beneden transporteren lekken hier of daar. Jos gaat zoeken, dertig meter lang, maar kan door het overwoekerende onkruid zo gauw niks vinden.
Dan slaat de hitte toe. Juni, juli, augustus. Het is geen doen om met een gietertje water van boven naar beneden te lopen. Onze tuinslang is natuurlijk net te kort. Begin augustus is de jonge aanplant zo goed als verdwenen. De witte lavendel bloeit als nooit tevoren. Die kan tegen de droogte, maar de bramen hervonden hun kracht en vechten de lavendel aan door de mooie aren tegen de grond te drukken en daaroverheen door te groeien. De dode buxus staat er even triest bij als de tegen latjes vastgebonden jasmijn. De latjes staan nog wel fier overeind. Geen beginnen aan. In september of beter in oktober dan maar weer, zal ik:
Opnieuw beginnen aan de witte border die, overwoekerd door bramen, wordt geflankeerd door de dode buxus, die nu echt moet worden opgeruimd.
Van zand- naar kalk- naar oer- naar kleigrond. Van klein naar groot. Van Brabant naar Frankrijk, naar Vlaanderen, naar Friesland. Van veld naar tuin, van bos naar border. Een lange weg te gaan.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
-
Natuurlijk moet ik in februari op de Canarische eilanden zitten. De enige plek in Europa waar de temperatuur nu gegarandeerd boven de twint...
-
Nog even dan zit het “droogtuinierseizoen" er weer op. Tijd voor actie. Mijn nette nagels brokkelen af en mijn gladde hande...
-
Een van de meest mooie bloemen vind ik de keizerskroon, Fritilaria imperialis. Familie van de kievitsbloem, maar vele malen groter. Als kin...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten