donderdag 15 oktober 2015

VERGETEN HERFST


Even gewinkeld in drie landen. Veel etalages bekeken met een vrijwel gelijk assortiment aan schoenen, kleding en muziek. Alle etalages zijn versierd. In een enkele ligt al kunstsneeuw. De bling-bling voor de donkere maand december is er weer in overvloed. Sinterklaas en de kerstman vloeien langzaam ineen. In de tuincentra is er een overdaad aan accessoires waarmee we onze huizen straks moeten versieren maar waarvoor we vooral diep in de buidel moeten tasten.

Er zullen toch wel etalages zijn getooid met herfst?
Waar vind ik een herfstetalage met paddestoelen, pompoenen, met zaaddozen en kastanjes? In welke winkel vinden we de mooiste kleuren van dit jaargetijde terug?

In het park pluk ik wat bladeren met zaadbollen van een van de oude platanen die daar staan.Thuis gekomen bind ik ze vast met lint en hang ze in de keuken naast de streng met paars/rode knoflook en de bosjes lavendel die daar te drogen hangen. Een plaatje om te zien. De lindeboom is al klaar voor de winter. De rode beuk neemt met moeite afscheid van zijn mooie bladeren. De vaak felle kleuren van het gevallen blad zijn prachtig. Ertussendoor groeien overal kleine crèmekleurige paddenstoeltjes, die oplichten in de lage zon.

Ik zag er eentje. Eén schier onooglijk boekenwinkeltje met herfst in de etalage. De etalage - slechts een meter diep en ongeveer drie meter breed - begint op de grond, die helemaal vol ligt met kleurig herfstblad. Aan de zijkant leunt een trellisscherm met daarin dezelfde plataanbollen als in mijn keuken, maar dan afgewisseld met de mooiste rozenbottels die ik ooit zag.

Aan de achterkant staat een spiegel waaraan takken van de Malus hangen. De rode appeltjes van Red Sentinel en de kleine gele sierappeltjes van de Evereste. Tussen de bladeren op de grond liggen walnoten, kastanjes en hazelnoten. In het midden een kleine tenen hengselmand die uitpuilt van vreemdsoortige pompoenen in geel, groen en zelfs een peervormige blauwe. Naast het mandje in die etalage van dat kleine boekwinkeltje staat een boek over de geheimen van het bos. 

Nog lang geen behoefte aan de kerstman of sinterklaas. Kabouters en trolletjes in mistflarden en gierende wind, etende van mijn blauwe pompoen, de Curcubita ‘Yukigesho’ of zittend in de herfstzon op een paddestoel, rood met witte stippen... Bijna vergeten maar dat is herfst. 


maandag 7 september 2015

EEN DIERENRIJK AAN PLANTEN

Mijn handen jeuken om dat stukje grond waar nu het onkruid welig tiert op de schop te nemen.

Een dierenrijk aan planten 

Aan de achterkant links plant ik een Beverboom voor de schaduw. Langs de afrastering komen Vlinderstruiken, zodat de hoogte is bepaald. Daar tussenin maak ik met wat stenen een rotsachtige formatie, en plant er Ooievaarsbek, Leeuwenbek en enkele Bijenkorfjes, omdat die mooie zoden vormen. Ook de kleine tere Ossentong zal het daar goed doen. De achterkant is dan compleet.

De eeuwenoude Hondsroos mag aan de linkerkant best een beetje woekeren, omdat de aangeschafte Kattensnorren de boel in evenwicht houden. De zelfgezaaide Kattenstaarten passen daar qua kleur perfect bij. De Wolfskers is sterk af te raden, evenals de Wolfspoot, tenzij ik die nodig heb voor de zwarte verfstof. Neen, dan kies ik de eveneens giftige maar mooie Wolfsmelk voor het gele accent. De border aan die zijde wordt afgebiesd met Ezelsoren. En in het midden komt een nageAapt Vogelverblijf, waar ook de Eekhoorntjes kunnen eten.


 (NageAapt vogelverblijf waar ook de eekhoorntjes kunnen eten)


Aan de andere kant plant ik een enkele hoge Slangenkop. Daar moet ik dan wel iedere zomer stekjes van nemen om te laten overwinteren. Verwar deze niet met Slangenkruid, want die geeft maagproblemen. Een eveneens hoge en mannelijke Geitenbaard zorgt aan die zijde voor het oplichtende geel. Zeker omdat ik daar ook Schildpadbloemen wil aanplanten met heel donkergroen blad. Deze plant geeft prachtige purperen bloemen in het najaar. Deze border omzoom ik met Kattenkruid. 
Natuurlijk komt er in mijn dierenrijk water. Smal, maar helemaal van links naar rechts, zodat mijn dierlijk plantenrijk omsloten is. Daar zet ik Paddenlelies tegenaan met, meer naar rechts, klein Hoefblad en laat dat eindigen met een gouden Vossenstaart. Om de vijver helder te houden zet ik er niet alleen Kikkerbeet in maar ook Krabbenscheer. Bovendien plaats ik korfjes met mooi blauw bloeiend Snoekkruid ongeveer tien centimeter onder het wateroppervlak. Mijn greppel zoom ik aan de voorzijde af met Hertshooi die prachtig geel zal bloeien op de langste dag.
In mijn dierenrijk is geen ruimte voor de Paardenkastanje. Van de Paardenstaart ben ik zelfs bang, maar een enkele Paardenbloem is meer dan welkom. Mijn dierenrijk is wel compleet zo dacht ik. Om niet steeds te hoeven slootjespringen komt daaroverheen nog de finishing touch van mijn plantaardige dierentuin:   een Ezelsbruggetje.




woensdag 15 juli 2015

BIJZONDERE ONTMOETING

Ons hondje hield me gezelschap en sliep tot hij iets hoorde in de open haard die met een ijzeren valscherm is afgesloten. Er viel wel vaker wat gruis door de schoorsteen naar beneden, maar nu was Kaneeltje toch wel erg alert. Rustig zette ik het haardscherm opzij en langzaam schoof ik het valscherm in drie delen omhoog.

Daar, op de grond in een hoekje zat een vogel bang te wezen. Ik liet het diertje met rust en zocht iets waarmee ik het beestje kon opjagen zonder het teveel schrik aan te jagen. Ik pakte een handdoek die ik in 4en tot een smalle reep vouwde. Daarmee duwde ik de vogel uit de open haard de kamer in, zonder dat ik hem raakte. Toen hij eenmaal aan het fladderen was in de salon, sloot ik de deur naar het bureau en liet ons hondje naar de keuken gaan. 

Ondertussen opende ik de grote ramen in de salon en schoof de gordijnen over de bank heen zodat de vogel bijna alleen maar die kant op kon. De vogel was niet bang. Het was een kauw en vanaf de leuning van de bank keek hij me aan. De wind zorgde voor frisse lucht in de salon en dat vond het dier erg prettig. Ik praatte voortdurend tegen hem en het leek of hij luisterde naar mijn stem. Ik stak mijn hand naar hem uit. Verder en verder, tot ik hem aaide over zijn buikje. Hij bleef gewoon zitten en bleef me gewoon aankijken tot hij het genoeg vond. 

Hij vloog op naar het raam en ging buiten op de balkonrand zitten kijken waar hij was. Hij kraaide een keer en kreeg daarop onmiddellijk antwoord. Daarna vloog hij in een cirkel weg en halverwege kwam zijn partner hem tegemoet. Het was een kauwtje, een zwarte. Ik was blij, want ik had een een-op-een ontmoeting gehad met een levend wezentje waarvan wij niet veel weten. Hij had een warm buikje, dat had ik gevoeld. Was hij oud? Jong? Mannetje of vrouwtje? Geen idee. En toch had hij naar mijn stem geluisterd en was hij kalm geweest. 
Hij vond de ontmoeting vast ook bijzonder, in ieder geval stoer, want hij was in het geheel niet bang geweest. Zou hij dat bij zijn volkje gaan vertellen?