We zagen elkaar niet vaak en nooit lang dus wisselden we snel de
laatste nieuwtjes uit. De hoed was mooi geworden. Mijn oude vod kieperde ik in haar
vuilnisbak en ik paste de nieuwe. Heerlijk warm voelde die. Weer lukte het haar
niet om de punt van de hoed helemaal recht te krijgen, zodat die als een kromme
vinger bovenop mijn hoofd stond. De grote flap echter vormde een perfecte
bescherming tegen regen en wind. Mijn lange witte haren konden er helemaal
onder. Bij afscheid gaf de lieverd me zaden mee van de ginkgo, wat wortelschors
van de braakwortelspirea plus hysopblad. Ik zou deze winter niet verkouden
worden, ofschoon ik thuis nog veel siroop had van gedroogd malroveblad met
gember.
Op de terugweg nam ik een andere route waar ik later erg
blij om was. De uitgestelde reparatie aan mijn vehikel deed mij belanden in de
krater van een omgevallen lindeboom. Medusa mekkerde wat en ik stelde
haar gerust. Ik ging zitten en leunend tegen de onderkant van het wortelgestel
verhielp ik het euvel, zodat we verder konden. In het licht van de sterren zag
ik plotseling stobbezwammetjes staan en werd helemaal blij. Ze zijn zeldzaam,
zeker in november. Ik plukte er zoveel ik mee kon nemen, maar werd voor straf
her en der in mijn handen geprikt. Ik baalde dat ik geen balsemwormkruidzalf
bij me had, zodat ik nog naar de tuin moest van dat grote huis even verderop,
waar ik zo geruisloos mogelijk probeerde te landen. De hond blafte niet.
Zijn volkje zat waarschijnlijk op dit uur te eten. Bovendien was ik in mijn jas
vrijwel onzichtbaar. Snel sneed ik wat blaadjes van het daar groeiende huislook
en smeerde het witte sap op mijn pijnlijke handen. Het verzachtte onmiddellijk.
De verdere tocht ging probleemloos, zeker omdat er geen wolken waren, zodat ik
ongezien de fel verlichtte wegen kon oversteken op weg naar mijn veilige huis.
Thuisgekomen maakte ik onmiddellijk een warm vuur en kookte
een eenvoudige maaltijd. Medusa mijn zevenjarige vriendin lette goed op. Ze
keek nijdig naar Remus mijn even oude kat waar zij al haar hele leven een hekel
aan heeft. Later bakte ik de geurige stobbezwammetjes helemaal gaar in volle
boter, waarna ik er dikke soep van maakte samen met wat gedroogd kleefkruid,
een snuifje galega, ei, lavas, ui en wortelen. Veel smakelijker dan de
heksenboleten die ik met iets te veel azijn had ingemaakt. De komende paar
weken kreeg ik het erg druk. De volgende dag begon ik aan mijn belangrijkste klus.
Hiervoor had ik de beste wilgentakken verzameld, want ik had een naam hoog te
houden. Een bestelling van maar liefst vier bezems en, uiteraard een nieuwe
voor mijzelf.
De snelste.