Ooit een vast contract
gekregen door op het stadhuis een ring aan mijn vinger te schuiven betekent
niet dat mijn man ook iets van tuinieren weet of er iets mee te maken wil
hebben. Tegen wil en dank is hij lid geworden van onze tuinvereniging, omdat ik
de afstand te ver vind om daar alleen in donker heen te rijden. Om
diezelfde redenen zijn er meer echtgenoten op de clubavond te vinden, waar zij
zich in een groepje opstellen achter in het zaaltje. Zij houden zich afzijdig
bij de uitleg over snoeien, bloemschikken of andere uiterst leerzame lezingen, maar
fluisteren over voetbal of klagen over hun opdrachtgevers. Deze mannen, ons
tuinpersoneel voor het zwaardere werk, beschouwen de maandelijkse clubavond als
hun personeelsuitje en letten in het geheel niet op.
Thuis zitten wij met dit
onwillige personeel opgescheept. Mijn personeel hoorde iets over snoeien, zodat mijn
appelboompje nu alleen nog maar een stammetje is met één armpje en wat gekrulde
blaadjes. De aangeplante buxusrij is helaas, maar wel per ongeluk weggemaaid
met de nieuwe bosmaaier die wel erg scherp bleek te zijn. Mopperen wij, actieve
tuinierders over de slechte inzet van ons personeel dan is er wel wat tegengas.
Eén van de onwillige personeelsleden vond dat wij teveel tuintijd overhadden,
want als hij staat te maaien, staat zij hem aanwijzingen te geven in plaats van
mee te helpen. Unaniem waren alle mannen het daarmee eens, waarop wij onze
schouders ophaalden voor we ze weer onder de vele tuinklussen zetten. We zaaien,
planten, stekken en plannen zowat het hele jaar door. We spitten zelf een stuk
gras om voor een nieuwe border wanneer ons personeel weg is, zodat we geen kritiek
krijgen over nog meer tuinonderhoud, wat we doorgaans zelf plegen te doen.
Maar in de winkel doet hij de
zaken. Zeker als er ‘broodnodig’ een nieuw speeltje in het gedrang is. Eerst
wordt er flink huiswerk gemaakt en worden de folders goed bekeken, maar daarna brengen ook wij uren door tussen bosmaaiers, zitmaaiers, takkentangen, motorzagen,
heggenscharen en meer levensgevaarlijk spul, waar een tuinbedrijf blij mee zou
zijn.
Een bevriende kweker heeft
het met zijn personeel wel goed voor elkaar. Op een paar veldjes heeft hij ezels gezet die voor hem het gras en al het andere groen goed kort houden. Wanneer hij in de borders
het onkruid wiedt volgen zijn Indische loopeenden hem in zijn kielzog om een
slakje mee te pikken. Overal heeft hij bakjes staan gevuld met bier waarin een
aantal slakken hun einde vonden. De ranke zwarte eenden laten zich de escargots
met bier goed smaken waarna ze verzadigd, als waggelende flessen naar hun
verblijven gaan, om te kibbelen met hun soortgenoten.
Eigenlijk hebben wij ook niet
echt te klagen. Zonder vergelijkingen te maken bedienen we ons van eigen personeel
dat, soms nukkig als een ezel, toch het gras en ander groen goed kort houdt. We
verwennen ze dan met een heerlijke maaltijd met zo nu en dan zelfs escargots en
op zijn tijd een biertje. Zijn beide partijen weer helemaal gelukkig, voor
onbepaalde tijd....