donderdag 28 maart 2013

PERSONEEL



Ooit een vast contract gekregen door op het stadhuis een ring aan mijn vinger te schuiven betekent niet dat mijn man ook iets van tuinieren weet of er iets mee te maken wil hebben. Tegen wil en dank is hij lid geworden van onze tuinvereniging, omdat ik de afstand te ver vind om daar alleen in donker heen te rijden. Om diezelfde redenen zijn er meer echtgenoten op de clubavond te vinden, waar zij zich in een groepje opstellen achter in het zaaltje. Zij houden zich afzijdig bij de uitleg over snoeien, bloemschikken of andere uiterst leerzame lezingen, maar fluisteren over voetbal of klagen over hun opdrachtgevers. Deze mannen, ons tuinpersoneel voor het zwaardere werk, beschouwen de maandelijkse clubavond als hun personeelsuitje en letten in het geheel niet op. 

Thuis zitten wij met dit onwillige personeel opgescheept. Mijn personeel hoorde iets over snoeien, zodat mijn appelboompje nu alleen nog maar een stammetje is met één armpje en wat gekrulde blaadjes. De aangeplante buxusrij is helaas, maar wel per ongeluk weggemaaid met de nieuwe bosmaaier die wel erg scherp bleek te zijn. Mopperen wij, actieve tuinierders over de slechte inzet van ons personeel dan is er wel wat tegengas. Eén van de onwillige personeelsleden vond dat wij teveel tuintijd overhadden, want als hij staat te maaien, staat zij hem aanwijzingen te geven in plaats van mee te helpen. Unaniem waren alle mannen het daarmee eens, waarop wij onze schouders ophaalden voor we ze weer onder de vele tuinklussen zetten. We zaaien, planten, stekken en plannen zowat het hele jaar door. We spitten zelf een stuk gras om voor een nieuwe border wanneer ons personeel weg is, zodat we geen kritiek krijgen over nog meer tuinonderhoud, wat we doorgaans zelf plegen te doen.

Maar in de winkel doet hij de zaken. Zeker als er ‘broodnodig’ een nieuw speeltje in het gedrang is. Eerst wordt er flink huiswerk gemaakt en worden de folders goed bekeken, maar daarna brengen ook wij uren door tussen bosmaaiers, zitmaaiers, takkentangen, motorzagen, heggenscharen en meer levensgevaarlijk spul, waar een tuinbedrijf blij mee zou zijn.

Een bevriende kweker heeft het met zijn personeel wel goed voor elkaar. Op een paar veldjes heeft hij ezels gezet die voor hem het gras en al het andere groen goed kort houden. Wanneer hij in de borders het onkruid wiedt volgen zijn Indische loopeenden hem in zijn kielzog om een slakje mee te pikken. Overal heeft hij bakjes staan gevuld met bier waarin een aantal slakken hun einde vonden. De ranke zwarte eenden laten zich de escargots met bier goed smaken waarna ze verzadigd, als waggelende flessen naar hun verblijven gaan, om te kibbelen met hun soortgenoten.

Eigenlijk hebben wij ook niet echt te klagen. Zonder vergelijkingen te maken bedienen we ons van eigen personeel dat, soms nukkig als een ezel, toch het gras en ander groen goed kort houdt. We verwennen ze dan met een heerlijke maaltijd met zo nu en dan zelfs escargots en op zijn tijd een biertje. Zijn beide partijen weer helemaal gelukkig, voor onbepaalde tijd....



TUINIEREN OP DE DECIMETER

In de kast en op de vensterbank

Met storm, hagel, onweer en regen namen we afscheid van deze winter. Maart roerde zijn staart en liet ons in één maand vier seizoenen beleven. Van de ene op de andere dag staat de kastanje in blad en bloeit de kerria. Kriebels. Niet voor de schoonmaak, maar zaaikriebels. Tijdelijk is mijn keuken getransformeerd tot kraamkamer voor plantjes. De vensterbanken leeg en de grote open kast ontruimd om plaats te maken voor mijn verzameling eierdozen, piepschuimen vleesschaaltjes en stapels plantenpotjes. Van lege yoghurtpotjes knipte ik tientallen plantenpinnen waarop de namen komen van het veelbelovende zaaigoed dat voor me ligt. 

Het zaad van de Iberis gaat meteen de volle grond in, net achter de nieuw aangeplante lavendel in de witte border.  De bovenste kastplank krijgt de zaadjes van de witte Cosmea en Cleome. De bak ernaast bezaai ik met Phlomis, helaas alleen de gele, want de witte was nergens te verkrijgen. Op de tweede plank komen bakjes met Nigella, Nicotiana en Amaranthus. Bestemd voor de border waar de Agapanthus al weer aan het opkomen is. In de bak daarnaast zaai ik Lathyrus, Calendula en Tropaeolum in perzikkleur, plus twee potjes voor de Valeriaan. Ziezo, keurig alles genoteerd en gezaaid. Later zal ik bedenken waar ik de plantjes uit deze bak ga uitzetten, want qua kleur past er voorlopig niks bij elkaar.

De gratis verkregen zaden vormen een apart hoofdstuk. Mijn keuken is letterlijk bezaaid. Op het dichtgevouwen keukenpapier en in de koffiefilters kom ik allerlei namen tegen: ‘Ridderspoor’, ‘blauwe bloemen Erik’, ‘duizendschoon’, ‘oranje bloemen Ria’, ‘wandeling geel’, ‘buro Anneke’, Jacobsladder’ en (beschimmelde) ‘pompoenpitten’. Overal liggen potjes, zand, boeken en schema’s. Vrijwel alles moet ik opzoeken. Gaat het om vaste plantjes of eenjarigen. Willen ze zon of schaduw. De kleur, hoogte en droogte.

Het voorzaaien is ieder jaar weer een heerlijke klus. Een uitdaging om er eens geen chaos van te maken. De kast echter raakt vol dus wijk ik uit naar de vensterbank en een grotere zaaibak. Ik mix Erik’s blauwe bloemenzaad met het oranje van Ria en zaai keurige rijtjes op de vochtige aarde van die bak. Ook de yoghurtpin krijgt als opschrift: oranje/blauw, Ria/Erik, enz. Glimlachend schuif ik een plastic pedaalemmerzak over de zaaibak, als ik bedenk dat deze twee mensen niet eens van elkaars bestaan afweten. Ik ben benieuwd wat dit voor bloemen worden en terwijl ik geen enkel idee heb waar ik deze plantjes straks zal uitzetten, maakt iedere zaailing die opkomt me erg blij.