zaterdag 11 augustus 2018

HOF VAN HEDEN

Als er ergens veel namen aan zijn gegeven, is het aan een tuin. Van heestertuin tot vijvertuin. Klassieke- of baroktuin. Rotstuinen, wilde tuinen, moestuinen, teveel om op te noemen. Ik schrok toen ik voor het eerst een ‘kantoortuin’ binnenstapte, want dat bleek niet meer te zijn dan een grote kantoorzaal met daarin een tiental bureaus en evenzoveel computers. Geen plant te bekennen, alleen uitzicht op een grasveld met hier en daar een boom. Voor zoonlief Erik ontwierp ik eens een daktuin en plaagde hem later met een 'postzegeltuin'. Voor een ander met een reepje grond moest ik een schaduwtuin bedenken. Meteen was duidelijk wat er geplant moest worden. Hoewel? Een bevriende tuinarchitect vond het jammer dat ik hortensia’s in mijn tuin wilde, omdat de tuin volgens hem op dit moment een mediterrane uitstraling heeft, door de vele viburnums, hoge buxes en laurierstruiken. Mijn stukje grond, waar ik niet de scepter zwaai, maar wel de riek hanteer. Ik deel er niet de lakens uit maar maak wel de bedjes in orde. Dus met glimlach en pijnlijke rug plantte ik enkele hortensia  ‘Annabel’, zodat ik nu waarschijnlijk geen mediterrane tuin meer heb. Wel een parktuin of een hof.

POSTZEGELTUIN

Het woordje ‘hof’ is, in relatie tot een groentetuin, stilaan in vergetelheid geraakt. Mijn opa had geen tuin, maar die had een hof, waar oma haar groenten vandaan haalde. Die hof lag in Goirle en was in mijn herinnering oneindig diep, of lang. Google levert alleen nog grote kasteeltuinen wanneer ik ‘hof’ intik en Hof van Justitie natuurlijk, maar daar hebben ze hoogstens kantoortuinen. We bezoeken allemaal weleens een hof. Zo’n immense tuin, opgedeeld in diverse tuinen, behorende bij een landhuis of kasteel, waar hele groepen mensen kunnen koffiedrinken, alleen al in het prieel of, op een terras naast het koetshuis. Wij doen daar inspiratie op, want wij willen zelf zo’n hof. We schaffen aparte planten aan, zodat we complimenten krijgen, of jaloerse blikken.

Tuinieren we nog wel voor onszelf of creëren we paradijsjes om te showen aan vrienden en bekenden? Kijken wijzelf bij anderen jaloers rond om vervolgens te noteren wat we willen kopiëren? Ach, we willen allemaal een natuurlijke vijver langs ons Italiaans terrazzo met de nodige Franse frutsels. Onze tuin is vaak maar enkele meters groot, dus is het prieel een parasol geworden en het schuurtje ons koetshuis. Een grote cementkuip doet dienst als vijver, waarin een witte waterlelie bloeit. Langs de vijver een ophoging met rotsplantjes en, gelijk aan de vijverrand witte terrazzotegels. 

Op het Franse tuintafeltje staat Italiaanse koffie ingeschonken naast een gesloten tuinboek. De zon schijnt. Alle ingrediënten voor een hof zijn aanwezig. Vergeten is gisteren en morgen bestaat niet, want nu is er dat rijke gevoel van perfectie. 

Dat is geen tuin meer, dat is een hof.